De dag waar je voor vreesde, is gekomen – ik ga het over serieuze zaken hebben. Ondanks dat de verkiezingen van Donald Trump weinig reden waren voor onze website om een artikel te schrijven, is het inmiddels zo dat we het toch over zijn beleid moeten hebben. Ik weet het, zelfs hier. Zet je schrap, want ik heb eigenlijk alleen maar slecht nieuws.
Ik vind het belangrijk om, voordat ik mijn best ga doen om de huidige situatie voor je uiteen te zetten, te benadrukken dat ik dit niet lichtvoetig doe. Bordspellen zijn voor veel mensen juist een veilige haven van het politiek geweld dat ons hedendaags om de oren wordt geslagen, dus waarom zou ik die zaken nu deze veilige haven in slepen? Nou, lieve lezers, dat zit als volgt: er is een aannemelijke kans dat de hobby zoals we hem kenden permanent gaat veranderen. En dus, in het licht van die waarheid, is het goed om te begrijpen wat er nu echt aan de hand is. Dus laten we daar eens naar kijken.
Wat is de situatie nu?
Dit is een lastige paragraaf om nu te schrijven, aangezien de situatie per dag, of soms per uur, lijkt te veranderen. Het is ook een droge lap tekst, maar goed; het onderwerp is nou eenmaal niet zo sexy. Op het moment van schrijven (medio april) heeft Donald Trump een pakket importtarieven aangekondigd op alle producten die niet in Amerika geproduceerd worden. Die tarieven zijn in de praktijk een belasting die je als bedrijf moet betalen zodra je een product uit het buitenland ontvangt. Nu zijn belastingen niet zo spannend; wij in Europa hebben daar al geruime tijd mee te maken. Zodra je bijvoorbeeld iets bij Aliexpress bestelt, dan komt daar nog 21% BTW overheen zodra je pakketje de grens over komt. Importtarieven werken vergelijkbaar, behalve dat deze kosten direct betaald worden door de importeur in plaats van de consument, zoals gebeurt bij BTW. Dus waarom zijn deze nieuwe importtarieven dan zo’n probleem?
Het zit hem hier vooral in de rol die Amerika heeft op het wereldtoneel. Amerika is, internationaal gezien, één van de grootste importeurs van allerlei goederen. Normaal gesproken dikke prima – daarmee schep je goede banden met andere landen, en lever je producten aan je inwoners die ze normaal niet zouden kunnen krijgen. Een effect hiervan kan echter zijn dat je een handelstekort ontwikkelt met een land; je importeert dan meer goederen uit een land dan dat het land goederen bij jou inkoopt. Een voorbeeld hiervoor is bijvoorbeeld de handelsrelatie die Amerika met Thailand heeft. Veel van de kleding- en schoenenproducenten in Amerika maken gebruik van fabrieken die in Thailand staan om hun producten te produceren. Die producten komen daarna in Amerika terecht doordat ze vanuit Thailand naar Amerika geïmporteerd worden. Thailand is echter een land met een nog ontwikkelende economie, waardoor het dus minder in staat is om producten te importeren uit Amerika. Die producten zijn over het algemeen relatief duur voor mensen uit Thailand, en het is voor hen makkelijker en goedkoper om de producten uit nabijgelegen landen zoals China te importeren. Voor de meeste landen geen enkel punt, maar wel voor Donald Trump.
Het Witte Huis ziet een handelstekort als een teken dat een ander land “misbruik maakt van de Verenigde Staten“. Om voor dit misbruik te compenseren, hebben ze “reciprocal tariffs” geïntroduceert: importtarieven die evenredig in verhouding staan met het handelstekort wat de Verenigde Staten hebben met het land in kwestie. Is het handelstekort 40%, dan krijgt een land importtarieven opgelegd van 20%. De uitschieter hierin is China, aangezien China de grootste economische concurrent is van de Verenigde Staten. Mondiaal gezien wordt het merendeel van onze goederen geproduceerd in China (voor een breed scala aan ingewikkelde redenen, lees hier voor meer uitleg), tot op het punt dat meerdere sectoren (waaronder de bordspellen sector) nagenoeg volledig afhankelijk zijn van China. De VS heeft, naast die concurrentiestrijd met China, dus ook een groot handelstekort met China. En dus kregen ze een importtarief van 54% opgelegd. En die werd 104% toen China importtarieven terug oplegde op de VS. En doordat China daar niet van terugdeinsde is dat getal inmiddels opgelopen tot 125%.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Prent die het doel van importtarieven weergeeft | foto: auteur onbekend
Maar Europa gaat hier toch weinig last van hebben?
Ja en nee. Europa heeft een relatief klein handelstekort met de VS doordat we (na de Russische inval van Oekraïne) zijn begonnen met het importeren van gas uit de Verenigde staten. We gaan het dus wel merken in de prijzen van bepaalde dingen, maar waarschijnlijk zullen de prijsstijgingen in Europa (vergeleken met andere landen) meevallen. Daarnaast is het ook zo dat Europa natuurlijk niet die importtarieven hoeft te betalen wanneer ze handelen met andere landen – die gaan alleen over handel die de VS drijft. Daar komt ook bij dat Europa terughoudend is met het invoeren van handelstarieven als represaille tegen de VS, omdat ze de economie van Europa niet willen destabiliseren. Je weet wel, het ding dat er gebeurt als je importtarieven over de hele linie invoert tegen je grootste handelspartners.
De moeilijkheid zit hem er hier in dat de grote mate van globalisering ervoor heeft gezorgd dat landen over en weer met elkaar handelen, en dus ook dat bedrijven producten buiten eigen landsgrenzen produceren. Daardoor heb je in Nederland nu Amerikaanse merken die niet meer weg te denken zijn uit ons leven. Veel van onze kleding en schoenen bijvoorbeeld, maar ook veel luxeproducten zoals elektronica, auto’s en huishoudelijke apparaten. Deze Amerikaanse bedrijven krijgen door deze nieuwe importtarieven te maken met veelvuldig hogere kosten dan voorheen – kosten die ergens verhaald moeten worden. En zo komen we weer terug bij bordspellen, aangezien die (voor ons) natuurlijk interessant zijn om te bekijken. Hoe gaan uitgevers om met deze nieuwe importtarieven, en welke effecten gaan ze hebben op onze hobby? Nou, dat blijkt een ruige bedoening te zijn. Ik zet ze even voor je op een rijtje.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Press point van Ursula VON DER LEYEN, President of the European Commission | foto: Fred MARVAUX
Gevolg 1: je spellen worden duurder
Dit is het meest voor de hand liggende gevolg – bordspellen van Amerikaanse uitgevers zullen waarschijnlijk duurder worden dan dat ze al zijn. Als de importtarieven van 125% (zoals ze op het moment van schrijven opgesteld zijn) blijven staan, dan wordt dat een enorme groei. Zoals Jamey Stegmaier van Stonemaier Games uiteenzet, zijn er een paar scenario’s. Op dit moment is het zo dat wij als consument ongeveer vijf keer zo veel betalen voor een bordspel als dat het kostte om dat spel te produceren. Een spel dat voor $5,- geproduceerd kan worden, ligt dus waarschijnlijk voor 25 dollar in de schappen. Een importheffing van 125% op een bordspel dat $5,- kostte om te produceren, zou ervoor zorgen dat uitgevers, distributeurs en winkeliers nu elk nog $7,50 op moeten tellen bij de prijs van dat product. Iets wat voorheen $25,- kostte, kost nu $32,50 doordat de uitgever de importheffingen moest betalen voordat het product bij hun in het warenhuis ligt.
“Maar Yorom”, hoor ik je zeggen, “dat geldt toch alleen voor de spellen die naar Amerika gaan?” Tuurlijk, dat is ook zo, maar tegelijkertijd hebben die verhoogde kosten ook voor ons gevolgen. Jamey Stegmaier geeft aan dat de VS verreweg zijn grootste afzetmarkt is, waardoor de berekeningen die uitgevers maken (als ik het stuk van Jamey mag geloven) geraamd worden alsof alle producten naar de VS verscheept worden. Dit is natuurlijk een balans die uitgevers altijd moeten maken; containers naar Europa zijn duurder dan containers naar de VS, Europa heeft BTW terwijl de VS dat niet (overal) heeft. Het lijkt erop dat Amerikaanse uitgevers, wanneer ze ervoor kiezen om de prijzen van hun producten te verhogen, hun spellen over de hele linie duurder maken (ongeacht de gebieden waar ze daadwerkelijk naartoe gaan) om de klap van deze importheffingen op te vangen. Dingen worden dus duurder.
Uitgevers zitten dus met een dubbel probleem – ze produceren namelijk luxegoederen die ook nog eens duurder zijn. Historisch gezien is het zo dat consumenten minder consumeren tijdens momenten van economische krimp, en dan kiezen ze ervoor om in het bijzonder minder te spenderen aan luxeartikelen. En dat is natuurlijk logisch – je wilt eerst je huur en je eten kunnen betalen voordat je gaat denken aan bordspellen. De sector zou het dus niet alleen moeilijker hebben doordat er simpelweg minder gekocht wordt van hun producten, maar daarbij komt dat ze ook nog eens minder winst terugzien van hun verkoop doordat er meer geld op is gegaan aan die importtarieven. Dus hoe kan je dat als uitgever proberen op te vangen?
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Money money money | foto: Gianni Crestani van Pixabay
Gevolg 2: uitgevers gebruiken vaker Kickstarter en directe verkoop
Uitgever Alley Cat Games (bekend van onder anderen Tinderblox en Paper Dungeons) heeft aangegeven dat ze niet langer spellen gaan produceren voor reguliere verkoopkanalen via een distributeur, en voortaan ervoor kiezen om hun spellen te verkopen via crowdfunding, directe verkoop op hun website, of op beurzen zoals Spiel. En hier valt vanuit de uitgever natuurlijk een hoop voor te zeggen, aangezien een flink deel van hun kosten daardoor wegvallen. Je hoeft minder spellen te produceren, het grootste gedeelte van die spellen heeft al gelijk een koper, en je houdt veel meer winst over aangezien je spel niet eerst langs een distributeur hoeft. Meer winst en minder risico dus, eigenlijk precies waar je als uitgever nu naar op zoek bent. Waarom zie ik dit dan niet als een positieve verandering?
Vrij simpel eigenlijk – bordspellen gaan uit de winkel verdwijnen. Het crowdfunding model is inherent al onvriendelijk voor reguliere spellenwinkels: potentiële klanten krijgen spellen buiten hun om, en daarnaast zijn de spellen na hun initiële run op crowdfunding vaak niet meer te krijgen. Een vergrote nadruk op crowdfunding zorgt er dus voor dat bordspellenwinkels minder toegang krijgen tot inventaris, en dat consumenten slechts éénmalig (of tijdens korte buy windows) toegang krijgen tot spellen. En dan zijn ze ook nog eens duurder, aangezien de spellen op crowdfunding aangeboden worden met de verhoogde importtarieven inbegrepen, zelfs al gaat je spel niet naar de Verenigde Staten.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Kickstarter update van Alley Cat Games over overstap naar directe verkoop | foto: MMartijn
Gevolg 3: de soorten spellen die uitkomen, gaan veranderen
Oké, dus je bent een uitgever in de VS en je wilt ondanks de importtarieven toch spellen blijven uitgeven, wat zijn dan je opties? Een veelbesproken optie is de mogelijkheid om bordspellen in de VS te produceren, maar dat blijkt toch maar beperkt mogelijk. Steven Heumann bespreekt hier dat, naast het simpele ontbreken van fabrieken in de VS die bordspellen kunnen produceren, er ook een gebrek is aan ervaring en mensen die kosten-effectief het soort bordspellen kunnen produceren die je tegenwoordig verwacht. Er zijn simpelweg geen fabrieken die, voor dezelfde prijs als dat bijvoorbeeld Panda of Longpack dat in China kunnen, spellen vol met miniaturen, dobbelstenen en bedrukt hout kunnen produceren. Het kan gewoon niet. Dus wat ga je dan doen?
Een eerste optie is om bordspellen weer soberder te maken, zodat je de productiekosten van het spel kan verlagen. Denk bijvoorbeeld aan spellen die standees gebruiken in plaats van miniaturen, of enkelvoudige speelborden (in plaats van de dubbele speelborden waarin je blokjes en fiches niet heen en weer schuiven). Verlaagde productiekosten betekent ook verlaagde importtarieven, waardoor het spel toch tegen een redelijke prijs verkocht kan worden. Op die manier kunnen uitgevers wel nieuwe spellen uitbrengen, wat uiteindelijk (in ieder geval voor mij) wenselijk is.
Een andere optie is een overgang naar meer kaartspellen, in plaats van bordspellen. De problemen bij bordspelproductie ontstaat vooral zodra er een bord en unieke onderdelen geproduceerd moeten worden, maar er zijn wel veel meer mogelijkheden om kaartspellen te laten drukken. Kaartspelproducent Bicycle heeft bijvoorbeeld een enorme fabriek in America om speelkaarten te drukken, en andere uitgevers (zoals bijvoorbeeld Buttonshy en Jolly Dutch) hebben ook manieren gevonden om hun kaartspellen te laten drukken buiten China. Ik heb een aantal uitgevers horen speculeren dat ze de komende tijd kaartspellen kunnen drukken om deze periode van importtarieven uit te zingen, wat we als consument dus ook gaan zien als we in de winkel kijken.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Sea Change cover | foto: Inside Up Games
Gevolg 4: spellen komen niet uit, of veel later
Een ander scenario. Stel, je bent een uitgever die nu al geruime tijd bezig is met het voorbereiden van, wat jij denkt dat gaat zijn, de volgende grote hit. Je hebt kosten noch moeite gespaard om er het best mogelijke product van te maken – prachtige artwork, miniaturen, bedrukte houten onderdelen, noem het maar op. Je stond op het punt om je productie te starten (of een crowdfunding actie te lanceren), en ineens komen deze importtarieven om de hoek kijken. Wat doe je dan? Zet je door, in de hoop dat de importtarieven komen te vervallen wanneer je productie klaar is; wacht je af, in de hoop dat ze binnen aanzienlijke tijd komen te vervallen; of schrap je al je werk, en probeer je over de gemaakte kosten heen te stappen onderweg naar je volgende spel?
Zoals we eerder hebben gezegd, is het voor veel uitgevers niet zo makkelijk om te beslissen. We hebben het in het bovenstaande voorbeeld over een uitgever die nog moet beginnen met zijn productie, maar je kan evengoed al bezig zijn. Zeker in gevallen waar je een grote, meer ingewikkelde productie hebt, wat doe je dan? Laat je de spellen in een loods in China staan, of laat je ze toch verschepen in de hoop dat het weer meevalt? Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet de oplossing weet, maar dat an sich laat zien dat het een ingewikkeld probleem is. Met als wrange coda dat spellen die in een loods liggen, niet verkocht kunnen worden. Je zit als uitgever ineens in het ongewisse, met als grootste vraag niet of, maar hoe erg je aan het einde van de rit in de schulden gaat zitten.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Luthier Kickstarter update| foto: MMartijn
Gevolg 5: uitgevers gaan kopje onder
En daar komen we bij het ergste scenario – wat als je niet verder kan als uitgever? In tegenstelling tot wat je zou verwachten wanneer je ziet dat een Kickstarter weer meerdere honderduizenden euro’s heeft opgehaald, zijn de marges bij bordspellen erg dun. Een spel dat $5,- kost om te maken, levert de uitgever misschien $2,50 winst op. Dat, terwijl het spel in kwestie dus voor $25,- in de winkel ligt. En die winkel? Volgens de berekeningen van Jamey Stegmaier heeft een gemiddelde bordspellenwinkel een marge van 40-50%, maar dat geldt alleen voor spellen die daadwerkelijk verkopen. Kijk voor de grap eens rond in een winkel en realiseer je – al die dingen hebben al eens geld gekost. Niet zo’n probleem voor een supermarkt die elke dag praktisch leeggekocht wordt, maar dat werkt toch anders als het over luxeartikelen gaat. Dus wat doe je als bordspellenwinkel? Koop je minder in, reken je de hogere kosten door (met als risico dat je spel nog langer op de planken staat), of accepteer je dunnere marges in de hoop dat het binnenkort weer voorbij gaat?
En dan de uitgevers zelf natuurlijk. Meerdere uitgevers hebben in de berichten van Eric Martin (zie onderaan artikel) aangegeven dat ze waarschijnlijk gaan sluiten als deze importtarieven aanhouden. Ongeacht hoe groot de bordspellenscene aanvoelt als je in een winkel of een beurs rondkijkt, in de praktijk is de scene heel klein. HEEL klein. De meeste uitgevers (in het bijzonder degene die nog niet opgeslokt zijn door Asmodee) hebben vier of vijf idealisten in dienst die met weinig meer bezig zijn dan het volgende ding waar zij blij van worden op de markt brengen. Het is veelal een hobby, of een uit de hand gelopen passie: de meeste uitgevers zijn nou eenmaal geen miljoenenbedrijven. Voor veel uitgevers betekent een hap van 50% uit hun marge dat ze geen tweede print run kunnen doen voor winkels, of dat het spel te duur is om überhaupt rendabel naar de printer te sturen. Of, wat je nu ook leest, dat een spel dat al af is ineens de fabriek niet meer uit kan, en er geen cashflow is om een ander product te lanceren totdat hun vorige spel in de winkels ligt.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Hoe het er straks aan toe gaat. | foto: Unsplash
Dus wat kunnen we hiervan meenemen?
Ik moet toegeven dat het schrijven van dit artikel me erg weemoedig heeft gemaakt. Bordspellen zijn, als we alles op de aarde overal altijd in beschouwing nemen, onbelangrijk. Maar ze zijn niet onbelangrijk voor mij. Ik geef veel om deze hobby, anders zou ik niet elke week duizenden woorden op je afvuren! Het doet me dan ook pijn om te zien dat de kans sterk aanwezig is dat deze hobby (als de importtarieven aanhouden) wellicht permanent gaat veranderen. Wellicht ging het toch gebeuren, en wellicht was het ook tijd om de stortvloed aan productioneel maximalisme wat te temperen, maar dat hoeft van mij niet mensen hun baan te kosten.
Het ding waar ik het meeste bang voor ben, is een creatieve kaalslag. Bordspellen zaten de afgelopen jaren in een soort renaissance, met makers uit alle hoeken en gaten die manieren hebben gevonden om een idee dat ze hadden aan de man te brengen. Één van de redenen waarom ik trick-taking spellen zo leuk vind, is omdat het een betaalbaar idee is. Een betaalbare iteratie op een systeem waarvan ik het leuk vind. Maar zelfs die spellen, kleine kaartspellen met soms extra stukjes karton erbij, zijn vaak nauwelijks betaalbaar voor kleine uitgevers. Je idee, hoe leuk het ook is, heeft alleen waarde als andere mensen het die toekennen. Wat ga je doen met je idee als een externe partij je uit de markt prijst? Kennelijk niks, of failliet gaan I guess. Dus wat kunnen we doen?
Dat vind ik lastig om te zeggen. De enige call to action die ik heb, is dat je jouw lokale spellenwinkel blijft steunen. De komende weken gaan waarschijnlijk bol staan van radicale veranderingen (zoals dat er, terwijl ik dit schreef, ineens toch een groot deel van de tarieven weer gepauzeerd zijn), dus is het fijn als je een lokale partij kan steunen. Daarnaast zou je ook kunnen kijken of er uitgevers zijn die je leuk vindt en toch wilt steunen. Dat is gelijk wel een stuk ingewikkelder dan naar de spellenwinkel gaan, maar desalniettemin. En wie weet, misschien is dit toch allemaal over drie maanden weer voorbij en was het een storm in een glas water. Maar misschien ook niet. Laten wij in de tussentijd in ieder geval doen wat kan. Nadat je eerst voor jezelf zorgt natuurlijk, je kan bordspellen niet eten en in een spellendoos kan je niet wonen.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Knuffel intussen een bordspel | foto: ElineDaar wordt iedereen blijer van | foto: Yorom
Verder lezen?
Ik kan hier slechts oppervlakkig ingaan op deze materie, maar hopelijk heb ik je toch een concreet beeld kunnen geven van de situatie waar we mee te maken hebben. Mocht je toch meer willen weten, dan heb ik hier een aantal plekken waar je kan kijken. Waarschuwing vooraf, deze bronnen zijn bijna allemaal Engelstalig.
Dit artikel van uitgever Gametrayz over de gevolgen voor het voortbestaan van hun businessmodel: Kickstarter update
Deze doorlopende reeks artikelen op Boardgamegeek waarin uitgevers praten over de effecten van de importtarieven op hun business: deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4. Dit is een nog lopende reeks, dus je gaat hier nog meer kunnen vinden in de toekomst.
Op 29 maart is een kleine delegatie van Bordspellencafe naar het verre, verre Tilburg afgereisd voor de release van één van de favorieten van de website: Mega Vega! Een naam die je misschien niet herkent, maar hopelijk herken je Vegetable Stock, de oude naam, wel. Nederlandse uitgever Studio Infinitus (bekend van onder andere Happy Campers en Honey Bees) bracht deze titel eindelijk naar Nederland, en wij stonden te springen om deze warm te mogen ontvangen.
Maar eerst, wat is Mega Vega precies? Een uitgebreide opfrisser kan je hier lezen, maar in het kort is dit hoe het werkt. Aan het begin van een ronde Mega Vega leg je kaartjes op tafel gelijk aan het aantal spelers, plus één. Elke speler pakt dan om de beurt één van die kaartjes om in hun portfolio te doen. En die laatste kaart, die beïnvloedt de waarde van de groentes die erop staan! Het leuke aan Mega Vega is echter dat die waardes niet gewoon oneindig omhoog blijven gaan. Stijgt een waarde namelijk boven de vijf, dan keldert hij gewoon weer terug naar nul. Zo moet je dus steeds wikken en wegen tussen een kaart pakken (om punten te scoren) of de kaart laten liggen (zodat je andere kaarten meer punten waard worden). Na zes rondes is het spel klaar, tel je punten en kijk je wie de beste groenteboer is! Oh sorry, wie de meest waardevolle aandelenportfolio heeft. Je weet wel, met groentes erin.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
We zijn blij met de originele artwork | foto: Mmaartijn
De uitgever aan het woord
Rond het middaguur zijn we in spellenwinkel Labyrinth, in Tilburg, een gezellige winkel met beneden een verrassend ruime speelruimte. Eenmaal daar worden we verwelkomd door Nathan Zweers, mede-eigenaar van Studio Infinitus. Het zal je vast opgevallen zijn dat Nederlandse uitgevers wel vaker spellen uitgeven die eerder in een andere taal zijn uitgekomen, maar hoe werkt dat precies? Hoe vind je zo’n titel, regel je de rechten en bepaal je wat er met de verpakking en productie moet gebeuren? Yorom was razendbenieuwd, en gelukkig wilde Nathan ons meenemen in dat dat proces.
Voordat je een spel kan uitgeven, moet je hem eerst tegenkomen. Dus hoe had Studio Infinitus deze titel gevonden? Tijdens Spiel2024, zo blijkt. “Ik doe altijd een rondje om te kijken of ik leuke spellen zie, en daar had ik hem al zien liggen. Daarna zag ik Mega Vega ook in een YouTube video van Jamey Stegmaier (eigenaar van Stonemaier Games) en daar zag het er leuk uit.” Een beurs is dan ook een uitgelezen kans om met andere uitgevers in gesprek te gaan, en Nathan is (samen met Alexander Remi, de andere eigenaar van Studio Infinitus) op de beurs in gesprek gegaan met Smoox Chen. “We wilden kijken of de Nederlandse licentie nog beschikbaar was, en dat was gelukkig zo.” Dan mail je naderhand wat heen en weer, en voor je het weet is de deal alweer rond.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Yorom vraagt Nathan de hemd van het lijf | foto: Mmaartijn
Uiterlijk en innerlijk
De rechten en de bestanden hebben, is natuurlijk pas het halve werk. Ze zijn bij Studio Infinitus ook aan de slag gegaan met de naam en de verpakking van Mega Vega. “We zagen de naam Vegetable Stock, en vonden die naam lastig uit te spreken voor Nederlanders.” Nathan beschreef ook dat mensen die over een naam struikelen veel minder snel een spel kopen, en dus gingen ze op zoek naar een naam die makkelijk uit te spreken is. “We overwogen ook de naam Groentemarkt, als knikje naar de aandelenmarkt, maar uiteindelijk is het toch Mega Vega geworden. Die naam heeft Alexander bedacht. Maar ik heb de naam ‘groentemarkt’ wel nog in de ondertitel gekregen, die is nu ‘speculeer op de groentemarkt’.” Blij dat er toch nog een knipoog naar de aandelenmarkt op het doosje staat.
Over het doosje gesproken, dat is ook een mooie upgrade. De originele versie van Mega Vega zit in een dun doosje dat je aan een haakje op kan hangen, maar voor deze versie is toch gekozen voor een steviger doosje. “Ik was altijd al gecharmeerd van de doosjes waar Sea Salt & Paper in zit. Het hoeft ook niet in een groter doosje te zitten, dat is alleen maar zonde van de ruimte.” En de kaarten zijn ook wat groter geworden, aangezien dat wat beter past bij de uitstraling. Toch interessant om te zien dat zulke kleine keuzes ook daadwerkelijk overwogen worden.
Diezelfde overweging zie je terug in de keuze om voor de originele artwork te gaan voor deze versie van Mega Vega. Arcane Wonders bracht op Spiel 2024 een Engelstalige versie van Vegetable Stock uit, met ook nieuwe artwork. Waarom is Studio Infinitus daar niet ook voor gegaan, en voelen ze ook concurrentie met Arcane Wonders? Dat lijkt niet zo te zijn. Nathan gaf aan dat “de versie van Arcane Wonders andere artwork heeft die we zelf toch minder mooi vinden. De originele artwork is misschien wat kinderlijker, maar ook simpeler en sprekend.” Nathan maakte ook een vergelijking met Food Chain Magnate, een hele pittige Eurogame van Nederlandse uitgever Splotter Spellen. Als je de artwork van Food Chain Magnate en de Arcane Wonders versie van Vegetable Stock naast elkaar legt, dan zie je inderdaad dat ze beide uit een vergelijkbaar vaatje tappen. “Dan ziet de originele artwork er toch toegankelijker uit”, zegt Nathan.
En zo snel kan het gaan; dan zie je in november een spel op Spiel, en heb je in maart je eigen versie in handen. Leuke anekdote achteraf: we hadden tijdens ons gesprek nog een goed voorbeeld van het belang van een naam die je goed kan uitspreken. Tijdens ons gesprek over het doosje waar Mega Vega nu in zit, struikelde Nathan over de naam van Sea Salt & Paper. Iets wat overigens constant gebeurt. Mijn partner heeft het al tien verschillende namen gegeven (ondanks dat het ons meest gespeelde spel is), mijn collega’s op werk noemen het Salt and Pepper, of Rock Salt Origami ofzo. Je kan het zo gek niet bedenken. Wat dat betreft denk ik dat Mega Vega een goede keuze is geweest als naam, zelfs al moet ik toegeven dat ik (als Engels docent) de woordgrap wel een beetje mis.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
De eerste Mega Vega wordt aan Bordspellencafé overhandigd | foto: Mmaartijn
Ze timmeren daar lekker aan de weg
Studio Infinitus is goed bezig. Met Mega Vega breiden ze hun assortiment aan kleine spellen mooi uit. Mega Vega staat kranig naast hun andere recente releases, en die andere spellen zijn helemaal van Nederlandse bodem. Zo is Reizigers doorontwikkeld na een succesvol Kickstarter-project van Joost Das waarin je met geheime rollen en sociale deductie probeert de juiste reiziers naar het hiernamaals te brengen. Happy Campers is een leuk roll-and-write spel die je doet denken aan Cartographers, maar dan net wat lichter. Met dit spel kan je jouw vrienden en familie overtuigen dat spellen echt niet alleen voor kinderen zijn. Dat recept werkt, want Nathan weet te vertellen dat de derde printrun ook alweer bijna uitverkocht is. “Dit spel ligt niet alleen in de reguliere winkels, maar ook in de campingwinkeltjes gaat hij vaak met de zoete broodjes over de toonbank.”
En ten slotte staat Honey Bees erbij. Daar heb ik, Mmaartijn, al eerder over geschreven. Ook deze is leuk om snel even op tafel te leggen en je neemt hem zo in je jaszak mee. En op dit spel heeft Nathan zijn naam niet als vertaler mogen zetten, maar als designer. Honey Bees komt van Nathan zelf en hij heeft ons beloofd dat er nog meerdere zullen volgen.
Voor de spelers die wat meer willen ontdekken komt Studio Infinitus binnenkort met Far Far Out via een Gamefound-project. In dat spel ga je als ruimtereiziger het heelal ontdekken en kom je allerlei verschillende uitdagingen tegen. Dit spel is onder andere ontwikkeld door co-eigenaar Alexander Remi en de uitgever is druk bezig om naamsbekendheid voor het spel te genereren. Wil je meer weten? Volg het project dan op Gamefound via deze link zodat je op de hoogte kan blijven van de ontwikkelingen.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Wij worden happy van deze doosjes | foto: Mmaartijn
Mega snoepwinkel
Zo’n release in een spellenwinkel is natuurlijk heel tof en het was dan ook erg gezellig. En als je daar dan toch bent…dan moet je toch eens kijken waarmee je jouw spellenkast kan aanvullen. Nathan werkt zelf ook bij Labyrinth en weet dus, net als wij, veel spellen aan te raden. Zo blijkt het dan toch lastig om te bepalen welke games er in de tas mee naar huis gaan.
Wij, Mmaartijn en Yorom, hebben daarom besloten om elkaar maar eens te adviseren. Zo heeft Yorom op Mmaartijn’s aanraden Keyflower mee naar buiten genomen, dit spel is inmiddels alweer 13 jaar oud maar voor Yoromhelemaal nieuw. Andersom moest Mmaartijn het spelStartups van Oink Games (denk aan Scout) meenemen en heeft Yorom hem overgehaald om ook nog het spel Troyes te kopen. Dat worden weer leuke spelavonden.
We spreken elkaar bij Bordspellencafé natuurlijk wel vaker, maar dat is dan altijd via chat of videobellen omdat we nou eenmaal niet bij elkaar om de hoek wonen. Een paar keer per jaar kunnen we elkaar de hand schudden en dat voelt dan ook altijd meteen als vertrouwd. Daarom toch binnenkort maar eens een mega spellendag doen waar we sowieso Mega Vega moeten spelen!
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Bordspellencafé was erbij! | foto: Mmaartijn
Wat vind jij?
Van welk spel zou jij graag eens een Nederlandse versie zien? Welke van de verschillende versies van Mega Vega/Vegetable Stock vind jij mooier? En, heel belangrijk, wat zou jij voor je release party doen als jij een eigen spel mocht uitbrengen? Laat het ons weten in de comments!
We gooien deze review even over een iets andere boeg. Ik heb een tijdje terug een uitgebreid artikel geschreven waarin ik alle Azul-spellen die tot dan toe beschikbaar waren met elkaar vergeleek. Klopt, ik vind het inderdaad erg irritant dat er kort nadat m’n artikel online kwam een reisversie van Azul: Summer Pavilion uitkwam, hoe wist je dat? Maar goed, net zoals Sisyphus zijn kei de berg op blijft rollen, blijf ook ik Azul-titels reviewen wanneer er een nieuwe uitkomt. Zo nu ook Azul Duel, de nieuwe één-tegen-één telg in de Azul-familie. Na zulke successen als Seven Wonders: Duel, Kwakzalvers van Kakelenburg Duel, Everdell Duo, Splendor Duel, Saboteur Duel, The White Castle Duel, Living Forest Duel en, niet te vergeten, de absolute kaskraker Cosmic Encounter Duel (wiens idee was dat?!), is het nu ook tijd voor Azul om een Duelversie uit te brengen. Is het wat, hoe verhoudt dit spel zich tot de rest, en raad ik hem aan? Laten we een kijkje gaan nemen!
Hoe speel je Azul Duel?
Tijdens een potje Azul Duel probeer je zo veel mogelijk punten te scoren. Die punten kan je, net zoals bij grote broer Azul, niet zomaar op je bordje knallen – ze moeten eerst geparkeerd worden. Als je aan de beurt bent, dan mag je alle stenen van één kleur van een bordje pakken en op een rij op je eigen speelbord neerleggen. Is één van die rijen vol aan het einde van de ronde, dan scoor je een punt voor elke steen die in een ortagonale lijn (dat wil zeggen, een horizontale- of verticale lijn) verbonden is met je zojuist geplaatste steen. De kunst is dus om je stenen zó te draften dat je steeds meer en meer punten kan scoren. Maarre, dat speelbord is helemaal leeg meneer Yorom. Hoe ga ik die stenen dan parkeren?
Aan het begin van het spel heb je inderdaad nog geen vakjes om de stenen uit je volle rijen te parkeren, aangezien je die ook moet draften. Tijdens je beurt mag je uit drie dingen kiezen om te draften. Eentje hebben we gehad, die stenen, en de tweede is dus een tegel waar je stenen uit volle rijen op mag leggen aan het einde van de ronde. Naast dat de tegels verschillende plekken hebben om stenen te stallen, heb je nu ook twee verschillende bonusvakjes op de tegel. De regenboogvakjes spreken redelijk voor zich (daar mag een steen van een kleur naar keuze wonen). De grijze vakjes worden automatisch opgevuld zodra alle andere vakjes op de tegel gevuld zijn, waarna je bonuspunten scoort. Meer punten meer beter, luidt het credo in mijn huis.
En die derde actie dan, Yorom? Nou, dat is dus een nieuw soort fiche die je in Azul Duel kan draften. Als een bordje hélemaal leeg is, dan draai je een bonusfiche open. Vanaf dat moment kan een speler tijdens diens beurt er ook voor kiezen om het bonusfiche te pakken, in plaats van een tegel of een steen. Aan het einde van een speelronde mag je twee bonusfiches met dezelfde kleur inleveren, waarna die fiches tellen als een extra steen van die kleur! Zo kan je toch nog die moeilijk te vullen rijen compleet maken. En zo ga je vijf rondjes stenen draften, tegels pakken en bonusfiches claimen in een verwoede poging zo veel mogelijk punten te scoren. Oh, ik lees hier dat je een plafond aan het betegelen bent tijdens het spel. Een plafond betegelen dus, niet punten scoren. Sorry, mijn fout, ik zal het niet meer doen.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Azul Duel | foto: Yorom
Hoe lijkt Duel op andere Azul-spellen?
Azul Duel heeft een aantal ingrediënten van voorgaande Azul-spellen gepakt, en weet daar een interessante twist aan gegeven. Allereerst natuurlijk je spelersbord, dat lijkt sterk op het spelersbord dat je voor je hebt tijdens een potje van de reguliere Azul. Nu zijn er zes rijen, in plaats van vijf, dus Azul Duel is daarin wel anders dan de originele Azul, maar dat verschil is kleiner dan het lijkt. Plus, de bonusfiches zorgen ervoor dat je rijen ook weer makkelijker vol krijgt dan hiervoor. Afijn, dat werkt dus heel vergelijkbaar met de originele Azul.
Dan het draften van de stenen – dit is (op één twist die ik hieronder bespreek na) exact hetzelfde als de originele Azul. Erg fijn, aangezien ik die manier van stenen draften toch wel zie als een kerneigenschap van het spel Azul. Als je kijkt naar de andere spellen in de Azul-reeks, dan zie je dat de makers er ook zo over denken. Er zijn vaak wel variaties op die formule, maar de kern is doorgaans “kies een bordje, kies een kleur, pak alle dinkies van die kleur”. Ik ben dan ook blij om die formule hier weer terug te zien, aangezien dat het leren van Azul Duel een stuk makkelijker maakte.
Verder komt ook het bouwen van je eigen speelbord van Azul: Queen’s Gardens terug. De daadwerkelijke implementatie van dit idee is bij Azul Duel wel anders, aangezien het pakken van een tegel nu een actie is die je kan nemen voordat één van de bordjes leeg is, maar (net zoals bij Queen’s Garden) je begint het spel wel met een nagenoeg leeg speelbord. Daardoor heb je (wederom net zoals bij Queen’s Garden) veel meer ruimte om een eigen strategie te ontwikkelen. Als je dat element van Queen’s Garden leuk vond, dan ga je het in Azul Duel hopelijk ook leuk vinden.
Twee dingen lijkt niet zo veel, maar in de praktijk zijn deze twee ingrediënten de ruggengraat van de originele Azul. Dat zorgt er ook voor dat het spel gelijk bekend oogt wanneer je het opzet en je jezelf klaarmaakt om te gaan spelen. Mijn partner en ik zijn inmiddels echte Azul-veteranen, waardoor het leren van Azul Duel een peulenschil was; een hoop van de kern van Azul Duel was namelijk te herkennen van oudere Azul-spellen. Maar goed, hoe moeilijk was het dan om de nieuwe elementen te leren?
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Azul Duel | foto: Yorom
Hoe is dit anders dan andere Azul-spellen?
Één van de dingen die Azul Duel anders doet, is hoe het spel omgaat met de stenen die je niet draft. Bij de meeste Azul-spellen gaan die stenen naar een grote poule in het midden van je speelgebied, maar Azul Duel doet dat anders. In plaats van de stenen naar het midden te schuiven, stapel je de stenen op het bonusfiche dat op de drafttegel ligt. We komen zo terug op dat bonusfiche, dus laten we kijken naar het effect van dit stapelen. Het stapelen van de stenen creëert een leuk extra laagje strategie, aangezien je daardoor een steen die jij (of je tegenstander) graag wilt onder een aantal andere stenen kan verstoppen. Het lijkt klein, maar je hebt daardoor wel een extra laagje controle over hoe het spel verloopt.
Dan nu de bonusfiches. Op de rand van de drafttegels ligt een bonusfiche dat je mag pakken zodra alle stenen van een tegel af zijn gepakt. Die bonusfiches zijn een welkome toevoeging aan het spel, aangezien ze één van de problemen oplossen waar je vaker tegenaan gaat lopen als je zes rijen te vullen hebt – hoe ga je de langere rijen afmaken? Aan het einde van een ronde mag je twee bonusfiches van dezelfde kleur (of drie verschillende kleuren) inleveren om ze als één van de stenen in die rij te laten tellen. Het was soms al lastig genoeg om de rij af te krijgen waar vijf stenen in moeten, en nu heb je er ook één waar zes stenen in moeten? Dat lukt nooit… behalve als je die bonusfiches goed gebruikt. Die zijn eigenlijk precies het soort smeer dat de Azul Duel-motor nodig heeft om lekker te lopen.
Als laatste zijn er ook verschillende manieren waarop je op het einde van het spel bonuspunten kan scoren. Drie van de acht scorecondities zijn hetzelfde als in de originele Azul, maar vijf van de acht zijn volledig nieuw voor Azul Duel. En die verschillende scorecondities hebben, tot mijn grote verbazing, een grote impact op het spel. Je merkte dat spelers verschillende dingen de prioriteit geven wanneer het einde van het spel verandert, wat ik eigenlijk niet had verwacht. Ik vond het erg leuk om te merken hoe die veranderingen me dwongen om mijn bekende strategieën te veranderen, aangezien mijn reguliere manier van spelen gewoon veel minder punten op zou leveren. Heel leuk!
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Azul Duel | foto: Yorom
Zou ik Azul Duel aanraden?
Maar goed, dan de hamvraag: zou ik Azul Duel aanraden? Ikzelf niet, helaas, ik hou het toch bij mijn oude vertrouwde Azul. Laat mij in den beginselen niet verward worden voor een purist, aangezien er een aantal nieuwe dingen in Azul Duel zitten die ik leuker vind dan het originele spel. Het probleem is voor mij vooral dat ik de veranderingen te weinig meerwaarde op zie leveren. De originele Azul heeft eigenlijk geen systemen die er niet in hoeven te zitten, speelt razendsnel weg en, niet onbelangrijk, is ontzettend leuk met twee spelers. De nieuwe systemen in Azul Duel produceren allemaal keuzes die de originele Azul niet maakt, maar ik zie eigenlijk weinig meerwaarde van die keuzes – ze maken het spel niet interessanter. Tegels op je speelbord plaatsen voelt min of meer willekeurig, de keuze tussen welke van de drie verschillende dingen je gaat draften voelt weinig betekenisvol, en het spel doet voor mijn gevoel niet genoeg om zich te onderscheiden. Dan heb ik toch liever de originele Azul.
En toen was er onenigheid. Wie was het namelijk met me oneens – Eline, onze social media manager! Zij heeft Azul Duel namelijk een aantal keer met haar man gespeeld, en zij vond hem beduidend beter dan de originele Azul als je hem met twee spelers doet. Voor haar biedt het spel meer uitdaging dan de originele Azul, en meer ruimte voor strategie. En, niet onbelangrijk, ze vond hem gebalanceerder dan de originele Azul. En dat zie ik wel, vooral als het op een betere balans aankomt. De originele Azul heeft een prominent first player advantage, maar dat leek bij deze minder het geval te zijn. Dat komt deels doordat je de stenen die je niet draft moet stapelen, en doordat je bonusfiches kan pakken (waardoor je minder gestraft wordt als je tegenstander alles voor je neus wegpakt). Ook het bouwen van het speelbord was voor Eline interessanter, aangezien ze gelijk kon zien dat er echt een verschil zit in de strategie die je daarna toepast. Lukt je strategie beter, dan word je veel meer beloond als je een goed gebouwd speelbord hebt.
Daar was ik toch even op mijn plek gezet! Ik denk dat het grote verschil hier dus vooral zit in de beleving die we hadden bij de nieuwe systemen die geïntroduceerd zijn in Azul Duel. Ik moet toegeven dat ik minder goed ben (en daardoor ook minder geïnteresseerd) in het maken van plannen voor de langere termijn. De originele Azul is veel tactischer dan Azul Duel, waardoor ik beter uit de voeten kan: de extra keuzes zijn voor mij geen pluspunt, maar eerder een last of een afleiding. Eline kan beter uit de voeten met de nieuwe strategische elementen in Azul Duel, en haalt dus meer plezier uit die elementen. Zo zie je maar weer hé, different strokes for different folks.
Dan rest ons vooral de vraag wat voor soort speler jij bent! Speel je Azul vooral met twee spelers, en heb je wel zin in een extra laagje strategie, dan kan ik Azul Duel van harte aan je aanraden. Speel je Azul ook (semi)regelmatig met meer dan twee mensen, of klinken de nieuwe toevoegingen aan het spel niet als een verbetering, dan zou ik Azul Duel vooral laten voor wat het is. Ik had Azul Duel van Eline geleend, en inmiddels is hij ook weer teruggegeven aan Eline. Goed nieuws voor ons beiden, aangezien ik het spel waarschijnlijk niet meer ging spelen en Eline stond te springen om het vaker te spelen. Klassieke win-win situatie lijkt me.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Team Eline is fan van Azul Duel | foto: ElineTeam Yorom gaat toch voor het origineel | foto: Yorom
Ja maar Yorom, hoe eetbaar zijn die speelstukken nou?
Ik weet het, hoe tactloos van me – liet ik jullie zomaar het langste wachten op het belangrijkste antwoord. Inmiddels weet iedereen dat de speelstukken in Azul en Azul: Stained Glass of Sintra mij het water in de mond laat lopen, en dat de stukken in Azul: Chocolatier wat mij betreft begraven mogen worden onder een grote hoop brandend afval. Maar hoe zit dat dan met de speelstukken van Azul Duel? Nou, lieve lezer, ik heb goed nieuws en slecht nieuws.
Het goede nieuws is dat we nieuwe deelnemers hebben voor de prijs van “meest eetbare speelstukken” met Azul Duel. De blanco rode en blanco lichtblauwe speelstukken ogen uitzonderlijk uitnodigend. De rode speelstukken lijken als twee druppels water op een ronde fruittoffee, of een fruitbonbon die je in een luxe snoepwinkel kan vinden. Als je een schaal vol zou gooien met de lichtblauwe speelstukken, dan zou iedereen denken dat ze een schaal met extra grote Mentossnoepjes hebben gevonden. En die lichtbruine, dat zijn toch net boterbabbelaars? Ik moest mezelf er actief van weerhouden om er daarvan niet eentje in m’n wang te steken tijdens het spelen, zodat ik het hele spel een heerlijk zoete traktatie had. Ja, lieve lezers, er is weer genoeg om van te smullen bij Azul Duel. Al is het niet een universeel succes, helaas.
Ik kan mijn ogen nog wel dichtknijpen bij de gele stenen; daar kan ik met wat fantasie wel iets eetbaars in zien. Maar de paarse en bruine speelstukken kunnen mij toch niet bekoren. Ze zijn te luxe, met te veel decoratie. De paarse zien eruit alsof ze naar lavendel smaken, en die bruine? De enige smaaksensatie die het printje op de bruine stenen oproept, is een kanten kleedje op de tafel van je oma. En dat je dan op zo’n oude, bruin-houten stoel zit met een dik pluche vloerkleed onder je tenen en een te oude springveer onder je achterwerk. Nee, lieve vrienden, daar wil niemand een hapje van nemen. Maar de ergste transgressie komt nog wel van de kartonnen tegels – hebben ze niet geleerd van Azul: Queen’s Garden?! Niemand wil die toch eten?! Deze zijn ook nog eens in de vorm van een werpster, in plaats van iets eetbaars. Veel te agressief om de speekselklieren aan het kwijlen te krijgen.
En dus krijgen we een gemengd resultaat. Maar goed, waar plaatst deze dan in de ranglijst? Me dunkt dat de originele Azul en Azul: Stained Glass of Sintra eetbaarder ogen, al komt Azul Duel wel op een nette derde of vierde plek terecht. Lang niet slecht, al zijn de stukken in dit spel niet universeel eetbaar.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Azul Duel | foto: YoromAzul Duel | foto: Yorom
Wat vind jij?
Ben jij team Eline, of toch team Yorom? Hoeveel Azul-spellen denk jij dat er nog uit gaan komen, of denk je dat deze oude koe inmiddels wel uitgemolken is? Met hoeveel mensen speel jij het vaakst, en welke Azul past volgens jou het beste bij dat aantal spelers? En, heel belangrijk natuurlijk, waar denk jij dat de speelstukken van Azul Duel staan in de hierarchie van eetbaarheid? Laat het ons weten in de comments!
Er zijn van die spelmechanieken waarvan ik denk dat ik ze leuk zou vinden, die helaas toch niet goed uit de verf komen. Simultaneous selectionis er eentje, zoals bijvoorbeeld bij Race For the Galaxy, die ik toch minder leuk blijf vinden dan ik dacht. Een andere is “I split, you choose”; een mechaniek dat ik eigenlijk nooit écht leuk vond totdat ik Marabunta probeerde. Nu is hier Agent Avenue, een strak spel voor twee spelers dat ook gebruikmaakt van dat mechaniek. Marabunta was een hit voor mij, maar kan Agent Avenue me even goed bekoren? Laten we gaan kijken!
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Agent Avenue | foto: Yorom
Hoe speel je Agent Avenue?
Tijdens een potje Agent Avenue ben je een geheim agent. En niet zomaar een geheim agent – een geheim agent die beslopen wordt. Wat doet die vreemde duif in m’n heg, en waarom rijdt er steeds een ijscowagen door de straat? Tijd om dat te onderzoeken! Tijdens je beurt gebruik je de mensen die je in je netwerk hebt zitten om onderzoek te doen, met een klein addertje onder het gras; je tegenstander gebruikt ze ook! Je kiest namelijk twee kaarten uit je hand, waarvan je er eentje open legt en eentje dicht speelt. Je tegenstander kiest dan vervolgens één van die twee kaarten om te spelen, en jij speelt de ander – I-split-you-choose dus! Lukt het je om de meeple van je tegenstander op het bord in te halen, dan win je de prijs. Ik denk een excursie naar Guantanamo Bay ofzo, dat wordt verder niet gespecificeerd.
Agent Avenue heeft echter wel nog wat twists. Als je naar de kaarten in Agent Avenue kijkt, dan zie je daar verschillende waardes op staan. De bovenste waarde is de kracht van de kaart als je die voor de eerste keer speelt. Die eronder is als je de kaart voor de tweede keer speelt, en die dááronder is als je de kaart voor de derde keer speelt. Sommige kaarten worden enkel sterker, maar andere kaarten (zoals de Double Agent) doen verschillende dingen. Dan zijn er ook nog twee andere kaarten waar we het over moeten hebben: de Daredevil, en de Codebreaker. Er zijn namelijk nog twee manieren waarop het spel kan eindigen, naast de meeple van je tegenstander inhalen. Heeft een speler drie Codebreakers, dan is het spel ook voorbij en wint die speler. Heeft een speler echter drie Daredevil-kaarten voor zich liggen, dan is het spel ook voorbij en heeft die speler verloren. Hoe ga jij ervoor zorgen dat je tegenstander gevangen wordt, zonder dat jij eerst zelf het loodje legt?
Artikel gaat verder na de afbeelding >
De kaarten | foto: Yorom
Wat is daar bijzonder aan?
Agent Avenue is heel scherp. Doordat de kaarten verschillende dingen doen, maak je constant interessante keuzes. Een Codebreaker pakken is gevaarlijk (aangezien je niet mag lopen), totdat je de derde pakt en ineens het spel wint. De Daredevil is gevaarlijk, maar laat je wel een hoop vakjes bewegen. De duif is slecht voor jou (aangezien je eerste duif ervoor zorgt dat je nul vakjes mag lopen), maar je tegenstander heeft er al twee – hoe ga je díé split nou weer maken?! Doordat de kaarten simpel zijn, maar wel interessante keuzes bieden, voelt Agent Avenue heel lekker om te spelen.
Daarnaast is het gevorderde spel echt top. Tijdens het gevorderde spel komt er een black market in het spel, en ik speel eigenlijk nooit meer zonder. Wanneer je meeple op een hoek van het speelbord landt, mag je één van de powerkaarten pakken die naast het bord liggen. Deze doen allemaal verschillende dingen, van gratis kaarten laten spelen tot bepaalde kaarten sterker maken, tot aan ervoor zorgen dat je het spel wint met drie Daredevils (in plaats van te verliezen!). Deze modus zorgt ervoor dat het spel nóg interessanter wordt, aangezien je nu niet alleen “gewoon” je tegenstander wilt inhalen. De overweging tussen een extra vakje lopen of een kaart uit de markt pakken, is daadwerkelijk relevant. Het feit dat je hierdoor een groeiende mate aan asymmetrie hebt, voelt heel lekker. Plus, het maakt niet uit wat voor wilde kaarten iemand heeft – ingehaald is gewoon ingehaald. De gevorderde modus maakt Agent Avenue dieper, zonder het spel veel moeilijker te maken.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Een kat en… hond spelletje? | foto: Yorom
De keuze is reuze
Ik bleef wel met een vraag zitten: waarom werkt het I-split-you-choose deel van het spel hier nou zo goed? Ik wil niet doen alsof ik alle spellen met dit mechanisme ooit gespeeld heb, maar ik heb er best een aantal gespeeld (zoals Tussie Mussie, Hanamikoji, Rome In A Dayen natuurlijk Marabunta). De sleutel voor Agent Avenue’s succes is het feit dat je op meerdere manieren kan winnen. Daardoor krijgen kaarten verschillende waardes voor beide spelers, en worden de keuzes lekker spicy. Daar komt bij dat beide alternatieve routes om het spel te beëindigen risico’s met zich meedragen. De Codebreaker kan in één keer het spel winnen, maar daarvoor moet je twee keer niet bewegen. De Daredevil kan je het spel laten verliezen, maar laat je daarvoor wel vijf stappen bewegen. De overwegingen zijn niet simpel, waardoor de splits voor beide spelers interessant zijn.
Daarbij moet ik denken aan een ouder spel, District Noir. Ook dit spel had makkelijk gebukt kunnen gaan onder makkelijke keuzes. Tijdens een potje District Noir probeer je setjes kaarten bij elkaar te sprokkelen zonder te veel minpunten te pakken. Oké, prima, maar waar zit de spice dan? Nou, in District Noir zit ook een alternatieve manier om te winnen. Verzamel je drie District-kaarten, dan win je het spel gelijk – ongeacht hoeveel punten je tegenstander heeft. En je merkte gelijk dat alle keuzes in het spel een andere laag kregen doordat je daarover na moest denken. Het zorgde ervoor dat een ogenschijnlijk simpele keuze (“scoor ik hier de meeste punten mee?”) niet meer simpel werd, aangezien je daarmee wellicht tempo aan je tegenstander weggeeft om op een alternatieve manier te winnen. En dat trucje, dat doet Agent Avenue ook heel goed. Ik ben er fan van.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Voor deze kaarten komt elke agent z’n bed wel uit | foto: Yorom
Zit er een mol in de organisatie?
Goed, hoog tijd om ook even naar de andere kant van de munt te kijken. Ik vind Agent Avenue erg leuk, maar dat gold niet voor alle mensen met wie ik het gespeeld heb. Agent Avenue is misschien niet het meest controversiële spel dat ik aan mensen voor heb gezet, maar het scheelt weinig. Twee van de mensen met wie ik het speelde, waren er dol op, maar twee anderen wilde het spel nooit meer aanraken nadat we klaar waren. Waar zat hem dat dan in? In het I-split-you-choose gedeelte, ironisch genoeg. De mensen die het niet meer willen spelen, liepen er tegenaan dat ze zich steeds dom voelden nadat ze een keuze hadden gemaakt. Ik had dan toevallig een goede split gemaakt, waardoor ze zich dom voelden toen open kwam te liggen wat het was. Of ze voelden zich dom nadat ik een keuze had gemaakt tussen de kaarten die zij mij aanboden. Ik kan me meestal niet zo opwinden over een domme keuze, maar ik snap waar deze spelers vandaan komen. Het is niet leuk om steeds het gevoel te hebben dat iemand je te slim af is, en dat is eigenlijk het hele “spel” bij Agent Avenue. Als je daar dus ook minder goed tegen kan, dan zou ik Agent Avenue afraden.
Dan is er iets waar ik wel tegenaan liep tijdens het spelen; de laatste beurt is te vaak een anticlimax. Beeld je in dat je net een potje lang leuke keuzes hebt mogen maken, interessante splits hebt mogen doen en actiekaarten hebt verzameld. Je kijkt in je hand, en je ziet dat het niet meer uitmaakt. Je hebt twee verschillende kaarten die, als ze door je tegenstander worden gekozen, dezelfde uitkomst hebben. Je legt ze neer, je tegenstander maakt een keuze, je draait de dichte kaart open en ze zeggen “oh, dus het maakte niet uit?” Dit is hoe ongeveer 75% van mijn potjes Agent Avenue afgelopen zijn. Het is gewoon elke keer weer een kleffe handdoek in je nek. Ik heb net zitten zweten, plannen bovenop plannen gedaan, en nu vertel je me dat de beurt die het interessantste had moeten zijn niet uitmaakt? Ik vind dat écht jammer. Niet jammer genoeg om dit spel niet meer te spelen, maar het zorgt er wel voor dat ik minder gulzig ben om het keer op keer te spelen.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Wist je dat elke kaart een unieke afbeelding heeft? | foto: Yorom
Review inladen…
Gameplay: Ik vind het I-split-you-choose mechaniek in Agent Avenue echt heerlijk, al helemaal wanneer je de speciale actiekaarten toevoegt. De verschillende manieren om te winnen, zorgen voor precies dat duwtje dat je nodig hebt om interessante en diepgaande keuzes te maken.
Speelbaarheid: Agent Avenue is simpel om te spelen, al heb ik wel m’n eerder genoemde kanttekeningen. Spelers die zich dom voelen als iemand ze te slim af is, of die niet tegen een anticlimax kunnen, kunnen beter iets anders spelen. Marabunta, misschien?
Duurzaamheid: ik heb m’n vraagtekens bij de duurzaamheid van Agent Avenue, al ben ik wel positief. Ik vond het na 15 keer nog steeds leuk genoeg om over te schrijven, dus dat is een goed teken. Ik begon echter wel al vaste strategieën te ontwikkelen, en ik denk dat dat wellicht erger wordt als je Agent Avenue 100 keer gespeeld hebt.
Interactie: top natuurlijk, je hebt constante interactie. Alles wat in het spel gebeurt, komt in actie door óf jou, óf je tegenstander. Het enige nadeel is dat die interactie soms naar aanvoelt, maar ik kon me daar goed overheen zetten.
Handleiding: prima handleiding, niet zo veel aan toe te voegen. Ik had graag nog een inventaris met de Black Market-kaarten achterin het boekje gehad, zodat je sommige interacties of mechanieken nog een keertje op kan zoeken. We hebben die een enkele keer nodig gehad, en in zo’n geval heb ik liever dat het in het spel zit. Dan hoef ik niet het internet op te duiken voor een antwoord.
Agent Avenue is waarschijnlijk mijn favoriete uitvoering van een spelmechaniek waarvan ik altijd zou willen dat het leuker is dan het uiteindelijk lijkt te zijn. Agent Avenue is goed uitgewerkt en staat bol van de interessante keuzes. Die interessante keuzes leiden soms echter ook tot feel-bad momenten wanneer je denkt een slimme route door het spel te hebben. Dat gezegd hebbende denk ik wel dat Agent Avenue een topper is. Ik ben dol op Agent Avenue, en zou hem met alle liefde spelen. Of twee keer. Of tien keer achter elkaar.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Verrassing! Ik ben het, en ik ben fan | foto: Yorom
Wat ik verder nog kwijt wil
Het duurde even voordat ik het met de luider wordende stemmen op het internet eens was, maar inmiddels ben ik ook overstag; ik denk dat ik klaar ben met antropomorfische dieren. Ik ben groot fan van de dieren in Root, had geen bezwaar tegen de dieren in Zoo Vadis, begon afkeer te krijgen tegen de dieren in Die Patin, en inmiddels ben ik dankzij Agent Avenue wel klaar met antropomorfische dieren. Ik snap het – mensen met dierenhoofden zijn cultureel agnostisch, en dus kan je met dieren verhalen vertellen die anders wellicht mensen tegen de borst zouden stuiten. Ik hoor je, ik weet het, en toch ben ik er wel klaar mee. Het voelt steeds meer als een goedkope cheat code om niet na te hoeven denken over de culturele sensitiviteit van je bordspel, in plaats van een integrale, esthetische keuze. Kom maar weer gewoon met mensen, alstublieft.
Wat vind jij?
Welk spel heeft jou het meeste verrast? Heb jij ook een spel waarvan het spelmechaniek je positief verrast heeft? Ben jij eerder geneigd om de dichte kaart te pakken, of de kaart die open ligt zodat je weet wat je krijgt? Laat het me weten in de comments!
Heb je ook wel eens dat je iemand op bezoek hebt die dol is op schaken, en weet je niet wat je met die persoon kan spelen? Of ben jij zelf een fervent schaker en op zoek naar iets anders – dan is deze lijst voor jou! Schaken is waarschijnlijk het eerste spel wat ik serieus nam, en sindsdien ben ik verslingerd aan spellen die een vergelijkbaar deel van mijn brein kietelen. Deze spellen gaan allemaal geen vervanging zijn voor een goed potje schaken, maar zijn wel spellen waar de gemiddelde schaker goed mee uit de voeten gaat kunnen! Benieuwd wat we allemaal opgedoken hebben? Laten we een kijkje gaan nemen.
Waar ben ik bij deze spellen naar op zoek?
Dus je bent op zoek naar een spel om aan een schaker te geven of om met een schaker te spelen – waar ben je dan naar op zoek? Hier zijn de elementen die ik belangrijk vond:
Het is een positional abstract. Ik heb gemerkt dat dit een vreemd belangrijk onderdeel is voor veel spelers die van schaken houden. Positional abstracts zijn bordspellen die over het algemeen abstracte representaties gebruiken als speelstukken, in plaats van miniaturen of meeples. Schaak is daar, grappig genoeg, het schoolvoorbeeld van. Daarnaast is de plaatsing van deze speelstukken het centrale idee waar het spel over gaat. Dit gebeurt over het algemeen (maar niet per definitie) op een bord met vakjes. De spelervaring zit hem dan in het (ver)plaatsen van die speelstukken, om op die manier een strategisch voordeel te krijgen. Dat kan zijn doordat je stukken verwijdert of blokkeert.
Alle informatie is openbaar. Schaak typeert zich deels doordat alle informatie in het spel ten alle tijden voor iedereen beschikbaar is. Er zijn geen geheime kaarten of andere spelelementen die je verborgen kan houden. Daardoor gaat het spel puur om de beschikbare acties zo effectief mogelijk gebruiken, zonder dat je daarbij besprongen wordt door acties of informatie die je eerder niet kon hebben.
Er zit weinig tot geen geluk in het spel. Schakers zullen zeggen dat je toch nog steeds geluk moet hebben om te winnen, maar ik bedoel hierbij dat er geen spontane nieuwe informatie ontstaat voor, tijdens of na je beurt. Geluk heb je in twee soorten: input randomness (je rolt een hand dobbelstenen aan het begin van je beurt, en die moet je handig gebruiken) en output randomness (je probeert een actie uit te voeren en rolt een dobbelsteen om te kijken of die lukt); beide soorten geluk zijn niet aanwezig in deze spellen.
Artikel gaat verder na de afbeelding >
Schaak | foto: Yorom
Maar eerst, de eervolle vermelding
Passo (van Helvetiq/Steffen Spiele): dit was één van de spellen uit mijn top tien spellen van 2023, en ik speel dit spel nog steeds erg graag. Ik heb intussen echter ook een ander spel te pakken gekregen wat ik hieronder ga bespreken, en ik heb gemerkt dat die meer succes heeft met mensen die veel schaak spelen.
Hey, That’s My Fish! (van Fantasy Flight): een hele leuke positional abstract die helaas net wat te veel gedoe is om op te zetten en netjes te spelen. Ik ben groot fan van het rondschuiven van pinguins, maar ik sloop altijd het bord als ik middenuit een tegeltje moet pakken. Na een tijdje ging het me te veel irriteren, dus nu speel ik gewoon de spellen die hieronder staan.
Cairn (van Matagot): heel cool schaak-achtig spel! Het goed nadenken over hoe je stukken bewegen is top, en het spel verandert dramatisch door de nieuwe tegels die je er tijdens het spelen aan toevoegt. Ik vind één van de spellen hieronder zelf leuker, maar ik speel ook graag Cairn.
Santorini (van Roxley Games): een van de mooiste spellen op deze lijst. Roxley Games staat altijd garant voor prachtige producties, maar ik ben zelf niet echt verliefd op Santorini. Dat is waarschijnlijk vooral omdat ik er erg slecht in ben, maar desalniettemin speel ik alle andere spellen in dit artikel liever dan Santorini. Ben jij echter wel een fan van dit soort positional abstracts, dan is Santorini zeker een kijkje waard!
Homeworlds (van Looney Labs): dit is een van de vreemdste positional abstracts die ik heb gespeeld. Je hebt piramides, in drie maatjes en vier kleuren, waarmee je van alles op tafel weergeeft. Soms zijn het ruimteschepen, soms zijn het planeten, en het is de hele tijd razend interessant. Ik heb hier een hoop lol mee gehad, al was het uiteindelijk wat te abstract voor mij. Als je een strategisch brein hebt en in staat bent om makkelijk een abstracte board state te parcen, dan zou ik dit spel zeker proberen.
Tip 1: Tower Chess
Retrieving and displaying data from https://boardgamegeek.com/xmlapi2/thing?id=316626
Tower Chess is waarschijnlijk het makkelijkst om te introduceren aan iemand die dol is op schaken, aangezien het vrijwel alle regels voor schaak volgt. Er zijn slechts drie kleine verschillen: het bord is 6×6 (in plaats van 8×8), er zitten geen paarden in het spel, en je kan geen stukken slaan. In plaats van een stuk te slaan, plaats je bij Tower Chess je speelstuk bovenop het stuk van je tegenstander op dat vakje. En die kleine twist verandert alles aan het spel, aangezien een stuk dus ook weer terug in het spel komt wanneer het niet meer bedekt is! Hoe ga jij de koning van je tegenstander slaan als al je sterke stukken bedekt zijn, en hoe krijg je dan je tegenstander zo ver om van jouw stukken af te springen?
Ik ben dol op Tower Chess, omdat het één ding heel goed doet: het test de aannames die je hebt over een bekend spel. Ik speel dit spel graag met sterke schakers, aangezien ze tijdens Tower Chess de heuristics die ze na jaren schaken aan hebben geleerd weer uit het raam kunnen gooien. Dit spel doet hetzelfde met mijn brein als een interessante, nieuwe trick-taker: het dwingt me om opnieuw te kijken naar iets waarvan ik dacht dat ik het begreep. Het stapelen zorgt ervoor dat het spel allemaal interessante opstellingen krijgt die je bij een regulier potje schaak nooit kan zien, en de oplossingen zijn daardoor ook uniek aan dit spel. Als je iets bekends wil met één kleine twist, dan kan je niet missen met Tower Chess.
Tip 2: Onitama
Retrieving and displaying data from https://boardgamegeek.com/xmlapi2/thing?id=160477
Met Onitama gaan we weer een klein stapje bij schaak vandaan, maar je kan hierin nog wel een hoop gedeeld DNA herkennen. In tegenstelling tot veel andere positional abstracts hebben de speelstukken in Onitama geen vaste manier van bewegen. In plaats daarvan deel je aan het begin van het spel aan beide spelers twee kaarten, en leg je een vijfde kaart naast het speelbord. Die kaarten bepalen tijdens het spel hoe je mag bewegen. Heb je de beweging op een kaart uitgevoerd, dan mag je die kaart niet houden. In plaats daarvan wissel je die kaart om met de kaart die je open naast het bord hebt gelegd. Degene die als eerste diens Onmyo in het startveld van de tegenstander’s Onmyo krijgt of erin slaagt om diens Onmyo te slaan, wint het spel.
Ik heb dit spel cadeau gedaan aan een schaker, omdat ik er vanuit ging dat hij hier veel lol van zou hebben – en dat klopte! Je hebt (net zoals bij schaak) dat je vooruit kan plannen en een “vork” kan creëren waardoor je tegenstander sowieso speelstukken verliest, maar tegelijkertijd is het een stuk overzichtelijker. Er zijn maximaal tien speelstukken op tafel, en de kaartjes zorgen ervoor dat iedereen goed kan volgen wat er op tafel gebeurt. Daarnaast zorgen de kaartjes er ook voor dat er veel variatie is in een potje Onitama. Het klopt dat je bij Onitama geen openingen uit je hoofd kan winnen, maar je wordt als schaker nog steeds wel beloond als je erin slaagt om creatieve zetten te doen en je tegenstander te slim af te zijn. Aanrader!
Tip 3: SHOBU
Retrieving and displaying data from https://boardgamegeek.com/xmlapi2/thing?id=272380
Weer een stapje verder bij schaak vandaan vinden we SHOBU, één van mijn favoriete abstracte spellen. Tijdens een potje SHOBU speel je een soort dam-achtig spel, met als doel om alle speelstukken van je tegenstander van het bord te werken. De twist is echter dat je op vier borden tegelijk speelt. Eerst doe je een zet op één van de twee borden aan jouw kant van het touw, waarna je die zet kopieert op één van de borden in de andere kleur. Het addertje onder het gras is dat je bij die eerste zet niet één van de stukken van je tegenstander mag duwen! Hoe ga je al je stenen zo managen dat je al die borden tegelijk kan laten draaien?
Ik heb een prachtig handgemaakt SHOBU spel voor mijn verjaardag gehad een aantal jaar geleden, en sindsdien is het één van mijn favoriete spellen. Ik speel dit spel graag met schakers omdat het ook goed inspeelt op een vaardigheid die je bij schaken nodig hebt – het bouwen van vorken en het leggen van hinderlagen. Je kan makkelijk twee of drie van je stenen op één van de borden opgeven als dat betekent dat je tegenstander daarna drie beurten lang niet lekker kan bewegen. Of wat dacht je van één van je stenen tussen twee stenen van de tegenstander neerleggen op hun achterste rij? Om te smullen! Plus dat SHOBU ook de ruimte heeft om vaste openingen te formuleren en te bestuderen, net als bij schaak. Ik ben blij dat mijn versie van SHOBU gebouwd is als een tank, want ik wil dit spel nog met mijn achterkleinkinderen spelen.
Tip 4: Hive
Retrieving and displaying data from https://boardgamegeek.com/xmlapi2/thing?id=2655
Een artikel over spellen voor schakers zou niet compleet zijn zonder Hive te bespreken. Je doel tijdens een potje Hive is om de koningin van je tegenstander te omsingelen. Dat doe je door je verschillende speelstukken op het juiste moment op de juiste plek te krijgen. Elk van je insecten beweegt net weer anders, en je tegenstanders kunnen jou net zo goed vastzetten als jij hen! Oh, en er is nog één kleine twist – dit spel heeft geen bord. Sterker nog, je begint het spel zonder stukken op je speelveld. Tijdens je beurt moet je dus zorgvuldig overwegen; ga ik een nieuw stuk in het spel brengen, of ga ik de stukken die ik al heb, gebruiken? Een heel slim spel, met veel meer diepgang dan je zou verwachten.
Qua uiterlijk is Hive een grote stap bij schaak vandaan, maar schakers gaan een hoop van de dingen die ze leuk vinden aan schaak terug kunnen vinden in Hive. Nadenken over openingen en formaties? Check. Sterke en zwakke speelstukken die allemaal een belangrijke rol spelen? Check. Veel ruimte voor creativiteit? Check. Nul geluk, waardoor alle openingen en revoluties puur gemaakt zijn door de spelers? Check check check! Daar komt bij dat Hive ook nog eens nagenoeg onverwoestbaar is door de dikke speelstukken van bakeliet, en dat het verkrijgbaar is in een grote en een kleine maat. Ik heb de reisversie standaard in mijn rugzak zitten, voor het geval mensen toch even willen gamen. Hive is terecht een moderne klassieker, en is een must voor elke schaker.
Tip 5: DVONN
Retrieving and displaying data from https://boardgamegeek.com/xmlapi2/thing?id=2346
DVONN lijkt, in vergelijking met de voorgaande spellen, het minste op traditioneel schaak, maar ik denk dat je als schaker hier toch naar moet kijken. Tijdens een potje DVONN probeer je zo veel mogelijk speelstukken te “besturen” aan het einde van het spel. Als je aan de beurt bent, mag je één van de ringen in jouw kleur verplaatsen in een richting naar keuze. De twist is dat je in dit spel geen stukken slaat, maar stukken opstapelt. Degene die bovenop de stapel ligt, bestuurt de hele stapel. En als je verplaatst, dan verplaats je dus ook de hele stapel… gelijk aan hoe groot de stapel is. Een grote stapel hebben is dus fijn aan het einde van het spel, maar het is ook riskant. Grote stapels bewegen moeilijk, maar kunnen makkelijk overgenomen worden door andere spelers.
Oh ja, en dan zijn er ook nog rode ringen. Er liggen een aantal rode ringen op het bord, de zogenaamde DVONN-stukken. Deze stukken kunnen ook gepakt worden, net als andere stukken, en kunnen dus ook verplaatst worden. En zodra je niet meer in contact staat met zo’n stuk, dan verdwijnen de stukken die niet verbonden zijn uit het spel. Zo heb je dus een aantal dingen om rekening mee te houden. Je moet opletten dat je tegenstander niet je waardevolle stapels pakt, dat je jezelf niet vastzet en dat je in contact blijft met de rode ringen die op het bord liggen.
Ik denk dat schakers veel gaan halen uit DVONN. Het is wel een hele eigen manier van spelen (zelfs al staan er ook andere spellen op deze lijst waarbij je moet stapelen), maar ook bij dit spel is controle over het bord heel belangrijk. En, ook hier kan je vorken maken en je tegenstander in een val zetten. Er zijn momenten waarop je tegenstander eigenlijk alleen maar slechte zetten kan maken, waarna jij daar bovenop kan duiken en die waardevolle toren over kan nemen. De laatste keer dat ik DVONN speelde, verloor ik doordat ik niet goed had onthouden waar de rode steen was en toen verloor ik ineens de helft van mijn bord. Heerlijk, ik hou daarvan.
En wat vind jij?
Welke spellen zou jij aan een schaker aanraden, en welke vind jij zelf leuk? Zijn er spellen die perfect in dit lijstje zouden passen, maar die ik over het hoofd heb gezien? Laat het me weten in de comments!
Wij bakken onze koekjes het liefst zelf. Sommige koekjes zijn hard nodig, en andere helpen ons om wat inzicht te krijgen in wie onze website bezoekt. Geen zorgen, we houden jouw gegevens veilig binnen onze eigen digitale keuken. We hebben alle data geanonimiseerd, zodat zelfs wij niet kunnen zien wie jij bent. We verkopen jouw info niet aan adverteerders en blijven 100% GDPR-compliant – dat is net zo belangrijk voor ons als een perfect gebakken koekje. Help je ons een handje door ze te accepteren? Smullen maar! 🍪
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.